Het NSC en de BBB willen dat deelnemers aan een pensioenfonds per referendum kunnen aangeven of hun fonds overstapt op het nieuwe stelsel. Dit stelsel moet het makkelijker maken de pensioenuitkering te verhogen of te verlagen. Het parlement ging er ruim twee jaar geleden al mee akkoord. In 2028 moet het algemeen gaan gelden.
Volgens de twee politieke partijen, die tegenstander zijn van de nieuwe opzet, zouden de pensioengerechtigden het laatste woord moeten krijgen. NSC-Tweede Kamerlid Agnes Joseph vreest dat door de hervorming de bestaanszekerheid van veel mensen in gevaar komt en dat ze massaal naar de rechter zullen stappen. Ze wil, samen met BBB’er Henk Vermeer, dat het referendum in de wet komt.
Nu gaat de overheid onder meer over fiscaliteit en uitkeringen. Met andere woorden: het gevaar dat je bestaanszekerheid door politieke besluiten wordt ondermijnd is altijd aanwezig. Wanneer bijvoorbeeld de bijstandsuitkering omlaag gaat, is de bestaanszekerheid van velen ook in het geding. Ze kunnen het besluit van de volksvertegenwoordigers aan de rechter voorleggen. Dat kan trouwens altijd, bij elke beslissing.
Iets anders is het als een referendum verplicht – via wetgeving – wordt opgelegd. Volgens mij moet je je bij overheidsbesluiten neerleggen, al vind je ze nog zo slecht. Referenda staan op gespannen voet met de grondwet: die kent het hele instrument niet.
Het is overigens de vraag of de wetgeving die het NSC en de BBB willen het wel zal halen. De VVD – een niet onbelangrijke regeringspartij tenslotte – is fel tegen de plannen. Niet zo vreemd, want de liberalen maakten deel uit van de vorige regering. Die stemde in met de pensioenhervorming. Sterker nog: ze stelde ze voor.
Mocht de Tweede Kamer niettemin akkoord gaan met het verplichte referendum, dan is er nog altijd de senaat. De voorstanders van de nieuwe pensioenaanpak – namelijk de VVD, GroenLinks-PvdA, het CDA, D66, de SGP, ChristenUnie en Volt – hebben daar een meerderheid. Het NSC is er niet eens in vertegenwoordigd. Het was ten tijde van de verkiezing van de Eerste Kamer nog niet opgericht.
Mochten er geen rare politieke draaien plaatsvinden, dan zullen de voornemens van het NSC en de BBB dus sneuvelen. Dat kan natuurlijk met ieder voorstel tot wetswijziging gebeuren. Maar los daarvan zijn er ook inhoudelijke bezwaren tegen de referenda.
Om te beginnen ligt aan de pensioenhervorming een zwaarbevochten compromis tussen vakbeweging, werkgeversorganisaties en de (toenmalige) politiek ten grondslag. Zomaar iets daarin veranderen lijkt me smeken om problemen.
De pensioenwereld zit trouwens niet op veranderingen te wachten. In het AD noemt voorzitter van de Pensioenfederatie Ger Jaarsma ze zelfs ‘onbetaalbaar en onuitvoerbaar’. Nu weet ik wel dat sectoren altijd grote woorden gebruiken bij wettelijke veranderingen die niet in hun kraam te pas komen, maar dit lijkt me toch niet iets waar je schouderophalend aan voorbij kunt gaan.
Het ziet er dan ook naar uit dat NSC-leider Pieter Omtzigt – want die liep in de vorige regeerperiode al te hoop tegen de pensioenhervorming – op weg is naar zijn volgende nederlaag. Op zich niet verrassend: zijn partij is gewend aan floppen. Vandaar ook dat ze – volgens de meest recente peiling – nog maar 2 zetels overheeft. Misschien kan Sint Pieter er nog een huilbui uitpersen als hij weer voor de camera’s verschijnt.
Geef een reactie