Je kunt er aan verslaafd raken: grasduinen in archieven; bladeren op internet, zoeken naar human interest. Al doende kwam ik een verhaal tegen uit 2017, over de toen 93-jarige Clarence Purvis, uit Glennville in de Amerikaanse staat Georgia. Zijn vrouw Carolyn overleed in 2013 en sinds dat moment ging de oude Clarence de deur niet uit zonder een grote ingelijste kleurenfoto van zijn vrouw.

Die foto zette hij op tafel als hij in zijn/hun favoriete restaurant Smith’s Diner ging eten. ‘We waren altijd samen en op deze manier is ze toch bij me’.

De eigenaar, het bedienend personeel en veel vaste bezoekers vonden het na enige tijd de normaalste zaak van de wereld dat Clarence de foto van zijn vrouw op tafel zette.
Het zou me niks verbazen als hij een tafel voor twee reserveerde, maar daar vertelt het verhaal niks over.

Toen ik dat las heb ik ‘Perhaps love’ weer eens opgezet, dat duet van folksinger John Denver (1943-1997) en de tenor Placido Domingo. Het is een pure ode aan de liefde met zinnen als:

‘Misschien is liefde als een rustplaats,
een schuilplaats voor de storm.
Het bestaat om je troost te bieden,
het is er om je warm te houden

Misschien is de liefde als een raam,
misschien een open deur
die uitnodigt om dichterbij te komen.

Oh, liefde is voor sommigen als een wolk,
voor sommigen zo sterk als staal.
Voor sommigen een manier van leven,
voor sommigen een manier om te voelen.
Sommigen zeggen dat liefde alles is
en sommigen zeggen dat ze het niet weten.

Misschien is de liefde als de oceaan
vol conflicten, vol verandering.
Als een vuur wanneer het buiten koud is
of donder als het regent…

Met als alleszeggende slotzin: ‘Mijn herinneringen aan liefde zullen van jou zijn…’.

‘Ik kom onder de mensen om me eraan te herinneren hoe fijn het is alleen te zijn’, las ik eens ergens. Er zijn heel veel mensen die niet zonder anderen kunnen. Gezelschapsdieren worden ze wel eens genoemd.

Het zijn mensen die naast je komen zitten in een lege treincoupé, die tegen je aan beginnen te lullen in de rij voor de kassa, die naast je kruipen op een bank in het park. Allemaal mensen die behoefte hebben aan gezelschap.

De 75-jarige Braziliaanse schrijver en dichter Paulo Coelho begrijpt ook degenen die daarentegen niet bang zijn om alleen te (willen) zijn: ‘Gezegend zijn zij, die de eenzaamheid niet vrezen, die niet bang zijn voor hun eigen gezelschap, die niet altijd wanhopig op zoek zijn naar iets om te doen, iets om zich mee te amuseren, iets om te oordelen’.

Intussen is het alweer september geworden. De r is weer in de maand. Dat klinkt herfstachtig, maar we krijgen – normaal gesproken – nog een nazomer. Maar wat is meteorologisch normaal in deze tijden?

De psychiater/schrijver/dichter Rutger Kopland (1934-2012) was verknocht aan de seizoenen en ze waren hem alle vier even lief, met ’n enkele uitzondering.
Dat blijkt uit een fragment uit zijn gedicht Jonge sla.

Alles kan ik verdragen,
het verdorren van bonen,
stervende bloemen, het hoekje
aardappelen kan ik met droge ogen
zien rooien, daar ben ik werkelijk hard in.

Maar jonge sla in september,
net geplant, slap nog,
in vochtige bedjes, nee.