Je mag aannemen dat ze bij de VVD inmiddels weten dat je met de PVV niet kan regeren. Waarschijnlijk weten ze het al veel langer. Ik kan me niet voorstellen dat ze tijdens de formatie niet regelmatig hebben verzucht: waar zijn we aan begonnen. En als ze het nu nog niet beseffen, na bijna een jaar hommeles en heibel, moet een diepe duisternis over de partij zijn neergedaald. Dat kan ik me evenmin voorstellen, want ondanks alles zijn ze bij de VVD geen amateurs.
Waarom ze ooit meenden in zee te moeten gaan met de PVV, BBB en NSC, gaan we hier niet herhauwen. Kort door de bocht: volgens de verkiezingsuitslag van november ’23 wilde de burger een rechts kabinet. Hij wilde vooral een zo streng mogelijk asiel- en migratiebeleid en dat kon alleen met de PVV. Bovendien propte Geert Wilders zijn onverteerbaarste brokken tijdens de formatie stuk voor stuk in de vrieskist. Daarnaast kon je de met afstand grootste partij niet blijven negeren. De populisten moesten maar eens laten zien dat ze meer konden dan herrie schoppen aan de zijlijn.
We weten nu dat ze ook in de coalitie voornamelijk herrie schoppen. Met Wilders kun je niet regeren. En met de BBB en NSC evenmin. Wanneer een experiment om de haverklap mislukt, zit er tenslotte maar een ding op. Je moet het experiment staken. De schade loopt per dag verder op en doorgaan maakt het alleen maar erger. Als jij de ‘enige volwassene’ in de club bent, moet jij er een punt achter zetten. Al was het maar om te voorkomen dat je zelf nog gehavender uit de puinhopen te voorschijn komt.
Je hoeft geen Einstein te zijn om te bedenken waarom de VVD nog steeds aarzelt. In de peilingen stond de partij er lang desolaat voor. Er waren en zijn twijfels of ze met Dilan Yesilgöz wel de juiste leider in huis hebben, terwijl een alternatief niet in zicht is. (De grote verlosser, Klaas Dijkhoff, is (nog) niet beschikbaar). Verder moet je het juiste breekpunt zien te vinden, een issue belangrijk genoeg om het opblazen van het kabinet te rechtvaardigen. En je moet de kiezer ervan zien te overtuigen dat dit thema bij jou in de beste handen is. Zolang asiel en migratie het dominante issue was, was het onverstandig een breuk te riskeren. Het gevaar was te groot dat Wilders opnieuw met de hoofdprijs aan de haal zou gaan.
De ‘hardwerkende Nederlander’ is een tijdlang op proef geweest als het grote onderscheidende thema. Dat is een traditioneel VVD-nummer, dat Hans Wiegel ruim 50 jaar geleden op het repertoire heeft gezet. Yesilgöz ging er vol voor op het orgel, maar het sloeg niet echt aan. Waaraan dat ligt, de boodschap of de boodschapper, zullen de peilers van de partij ongetwijfeld uitzoeken. In elk geval zag het ernaar uit dat het kabinet opblazen voor die hardwerkende Nederlander weinig zoden aan de dijk zou zetten. Ook omdat de hardwerkende Nederlander er zelf niet warm voor leek te lopen.
Dat geschikte thema lijkt er nu opeens te zijn. Asiel en migratie is volgens diverse peilingen momenteel niet waar de burger zich het meest zorgen over maakt en opwindt. De internationale crises, oorlog in Oekraïne, Vladimir Poetin in het Kremlin en Donald Trump in het Witte Huis, staan nu bovenaan. Ook bij veel PVV-kiezers, die zien dat de grote leider met zijn sympathieën voor Poetin en Trump eigenlijk voor het eerst geen sterk verhaal heeft. Zo’n verhaal kan Yesilgöz nu wel houden. De crisis is haar kans.
Het zat Yesilgöz dit keer bovendien niet tegen. Terwijl de partners in Den Haag bakkeleiden over de financiering van het Brusselse Bewapeningsplan en eurobonds reflexmatig taboe verklaarden, zat zij in Kiev aan tafel met president Volodymyr Zelensky de staatsvrouw te wezen. Het bezoek was lang van te voren gepland maar het had voor haar niet op een beter moment kunnen komen. De beloning in de peilingen bleef niet uit. De VVD won 5 zetels en staat nu op 25, met vooruitzicht op meer.
De VVD-leider wil nu 3,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uittrekken voor defensie. Hoe ze die 15 miljard extra wil financieren, heeft ze nog niet onthuld, maar pijnlijke keuzes, uitkeringen, zorg, belastingverhogingen, lijken onvermijdbaar. De kans dat Wilders bereid is daar langer dan drie seconden over na te denken, is te verwaarlozen. Kortom, het breekpunt ligt klaar. Nu, en dat is minstens zo belangrijk, komt het erop aan het juiste moment te kiezen. De onderhandelingen over de voorjaarsnota, wanneer de coalitiepartijen elkaar voor de zoveelste keer in de haren gaan vliegen, zouden dat geëigende moment kunnen zijn. Maar dat er niet te lang gewacht kan worden, moge duidelijk zijn.
Als de VVD zich losrukt van PVV I, zal ze na verkiezingen een coalitie moeten vormen met andere midden-partijen. Met het CDA en D66 hoeft dat geen probleem te zijn, maar van het idee in dezelfde boot te moeten stappen als GroenLinks/PvdA krijgt menig potentieel VVD-kiezer het zuur. Die kiezer zal een coalitie met Frans Timmermans, ‘Kaag met baard’, nog net kunnen verdragen wanneer de VVD de grootste partij wordt en de minister-president levert. Die garantie is er uiteraard niet en een campagne is soms goed voor onaangename verrassingen, zoals de VVD anderhalf jaar geleden moest ervaren toen de PVV volslagen onverwacht verreweg de grootste werd. Maar doorklooien met Wilders is niet langer een optie.
21 maart 2025 op 12:42
Uit dit artikel blijkt dat het experiment niet mislukt is, maar juist zeer geslaagd. Immers: Je begint aan een experiment om er achter te komen of iets een goed idee is of juist heel slecht. Als het experiment niet leidt tot een duidelijke conclusie over goed of slecht, kan men spreken over een mislukt experiment. Maar in dit geval is de conclusie overduidelijk. Regeren met de PVV is een bijzonder slecht idee. Experiment geslaagd, snel kappen hiermee.