Je kunt de tv niet aanzetten of er verschijnt een politicus in beeld die je met grote klem vraagt vooral te gaan stemmen op 15 maart. Eigenlijk bedoelen ze: ga op mij (of mijn partij) stemmen, maar dat is in deze context minder gepast. Dus blijft het bij de oproep je democratische plicht te doen.

Op de avond van 15 maart zal blijken dat deze aansporingen tevergeefs zijn geweest. Ongeveer de helft van de stemgerechtigden gaat niet. Uit de cijfers blijkt dat de opkomst bij Provinciale Statenverkiezingen meestal onder de 50 procent ligt.

Vorige keer bedroeg ze ruim 56 procent, maar ik zou er niet te snel van uitgaan dat er sprake is van een opwaartse trend. Het relatief hoge aantal stemmers van vier jaar geleden kan heel goed eenmalig zijn geweest. Overigens is 56 procent nog altijd aanmerkelijk minder dan 75 à 80 procent, het aantal kiesgerechtigden dat zich gemiddeld bij Tweede Kamerverkiezingen in het stembureau vervoegt.

Vier jaar terug lag de belangstelling voor een stembusgang boven het gemiddelde. Dat schijnt vooral te zijn veroorzaakt doordat volgens de media de toekomst van het kabinet op het spel stond. Destijds was dat nog Rutte III. Dat kabinet had voor de verkiezingen een zeer krappe meerderheid in de (door de Statenleden gekozen) Eerste Kamer. Na de verkiezingen zou dat anders kunnen worden.

Het wérd inderdaad anders. De regeringspartijen (dezelfde als nu) verloren flink wat zetels. Het draagvlak van de coalitie liep terug tot 32 zetels (terwijl 38 het minimum is). Dat zullen er binnenkort vermoedelijk nog minder zijn, maar wat maakt dat eigenlijk uit? Een minderheid is een minderheid. Het kabinet regeert desondanks gewoon door. Ook Rutte III kwam niet ten val in de Eerste Kamer.

Dat zal nu waarschijnlijk ook niet gebeuren. De regering kan immers ook rekenen op steun van links (PvdA en GroenLinks) en ‘beschaafd’ extreemrechts (JA21 en BBB). Het moet al heel gek lopen wil niet een van beide kampen straks voldoende zetels halen om wetsvoorstellen door de senaat te helpen. Mogelijk slagen beide groeperingen daar zelfs in. Het kabinet kan dan kiezen door wie het het liefst geholpen wil worden. Ik ga ervan uit dat dat de ‘linkse wolk’ zal zijn, alle hatelijkheden van premier Mark Rutte ten spijt. Maar zo nodig kan het kabinet ook nog de andere kant op.

Je kunt natuurlijk redeneren dat de Provinciale Statenverkiezingen over de provincies gaan en alleen indirect over de samenstelling van de senaat. Op zich is dat waar. Maar wie maakt zich druk over het provinciale bestuur? Dat is nog onzichtbaarder dan dat van de gemeente. Behoorlijk onzichtbaar met andere woorden.

Dit gezegd zijnde wil ik alle burgers op het hart binden om te gaan stemmen op 15 maart. De toekomst van Nederland hangt er misschien niet van af, maar het is wel je democratische plicht.