Er zijn twee strategieën om extreemrechtse populisten te bestrijden. De eerste: je neemt sommige onder de kiezers populaire ideeën over. Dat is de de overname-strategie. De tweede is ze bestrijden en isoleren. De cordon sanitaire- strategie. De vraag die elke politicus rechts van het midden moet beantwoorden luidt: welk van de twee is het meest effectief. Als hij die vraag voor zichzelf en zijn partij heeft beantwoord moet hij kiezen. Daar is geen ontkomen aan.
Strategie één blijkt meestal niet te werken zoals gehoopt. Als de rechtse kiezer ziet dat een middenpartij populistische standpunten overneemt, is de kans groot dat hij voor het ‘origineel’ kiest. Dan weet hij zeker dat die standpunten niet gematigd of verwaterd zullen worden. Bovendien legitimeert een nette, democratische rechtse partij die standpunten, die daarmee ‘normaal’ of zoals dat tegenwoordig heet, ‘mainstream’ zijn geworden. De nette democratische rechtse partij komt vervolgens van een koude kermis thuis. Vraag maar na bij de VVD.
De tweede strategie heeft de charme van het morele gelijk. De rechtse populisten laat je in hun eigen ranzige vet gaar smoren. Je knijpt je neus dicht en stelt een cordon sanitaire in, dat in Duitsland een Brandmauer (brandmuur) heet. Dat geeft een goed gevoel, want je staat aan de juiste kant van de streep. Er is een probleem: wat doe je als de populisten steeds groter worden? Laat je ze nog steeds in dat vet gaar smoren in de hoop dat de kiezers weerkeren van de dwalingen hun weegs? Of moet je ze toch zien te paaien met populistische programmapunten. Voor links speelt dat dilemma niet. Ook al loopt een deel van de aanhang van sociaaldemocratische partijen over naar de populisten. Vraag maar na bij de PvdA.
In Duitsland zijn over drie weken Bondsdagverkiezingen en het dilemma is gloeiend actueel. Het land moest binnen een jaar vier moordpartijen door ‘verwarde’ asielzoekers verwerken. Bij de laatste in het Beierse Aschaffenburg kwamen een tweejarige peuter en een begeleider om het leven. Het totaal van de moorden kwam daarmee op 12 en voor heel Duitsland is de maat vol. Het asielbeleid is issue nummer een, twee en drie, enz..
De leider van de conservatieve CDU/CSU, Friedrich Merz, gaat nu vol voor ‘het strengste asielbeleid ooit’. Dat heeft hem het verwijt opgeleverd dat hij de brandmuur sloopt en de extremisten van de AfD in de kaart speelt. Woensdag hielp de AfD in de Bondsdag de asielvoorstellen van CDU/CSU aan een meerderheid. Een taboebreuk, aldus de regeringspartijen, de sociaaldemocratische SPD en de Groenen. Geen sprake van, aldus Merz, die er op wees dat hij elke samenwerking met de AfD pertinent blijft afwijzen. Bij de AfD konden ze hun geluk niet op over de ‘doorbraak’. Voor het eerst sinds de oorlog had een extreemrechtse partij in de Bondsdag de voorstellen van een democratische partij aan een meerderheid geholpen. Ze braadden er meteen de boter uit, ‘want dit is nog maar het begin’, aldus een woordvoerder.
Grote parlementaire opwinding is een ding, maar een ander ding is in campagnetijd nog belangrijker. Wat vinden ‘de mensen in het land’ er van. Gaan ze mee met Merz en tillen ze hem met nog meer stemmen over de drempel van het Kanzleramt? Of vinden ze dat hij te ver is gegaan? Dat hij zich daadwerkelijk heeft bezondigd aan een taboebreuk.
Hoe de gok, want dat is het, uitpakt zien we eerst in de peilingen en tenslotte in de uitslag van de verkiezingen van 23 februari. Nuchter bezien had Merz de gok niet hoeven te wagen. Hij staat dik voor in de peilingen, rond de 30 procent, en is de gedoodverfde winnaar. Niet omdat de kiezers in hem een staatsman zien, maar omdat ze in zijn rivaal, kanselier Olaf Scholz (SPD), 15 procent, helemaal geen vertrouwen hebben. Scholz moet vrezen dat hij als de slechtste kanselier sinds de oorlog de annalen in gaat.
Als de gok verkeerd uitpakt, kan Merz verkiezingen verliezen die hij al in de knip had. En als hij wint, zal hij een coalitie moeten vormen met de SPD, waarschijnlijk, of de Groenen, minder waarschijnlijk, die hem beide uit alle macht bestrijden. Dus waarom doet hij het?
In de Duitse politiek had je een ooit roestvrije doctrine. Rechts van de CDU/CSU mocht geen antidemocratische partij opstaan. Dat afdekken van de rechter flank werd als eerste geformuleerd door de legendarische CSU-leider Franz-Josef Strauss en is door de CDU overgenomen. Tijdens haar 16 jaar als bondskanselier zou Angela Merkel (CDU) de Strauss-doctrine verwaarloosd hebben en door haar ‘ruimhartig asielbeleid’ de deur hebben opengezet voor de AfD. De rechterflank moet weer versterkt worden, anders wordt de AfD, nu 20 procent, nog groter. Een van de middelen daartoe is een AfD-achtig asielbeleid.
Deze verkiezingen worden gezien als de eerste grote slag om de stem van de rechtse kiezer. Een columnist van het weekblad der Spiegel noteerde wat een prominente CDU-er tegen hem had gezegd. ‘Als wij het niet doen, doen over vier jaar de nazi’s het’. Dat is inderdaad een spook dat rondwaart. Duitsland staat voor grote economische en sociale problemen. Als de komende regering deze niet weet op te lossen, bemest ze de voedingsbodem voor de AfD. Men verwijst dan steevast naar Oostenrijk waar de populistische FPÖ vorig jaar de verkiezingen won en leider Herbert Kickl kanselier dreigt te worden.
Of de gok van Merz die ontwikkeling kan tegenhouden, staat te bezien. Hij zet veel op het spel.
Geef een reactie