Zonder pieken of dalen. Zo gaat dat soms. De dagen gaan voorbij zonder enig reliëf. Wars van alle wetten van de thermodynamica trekken ze wrijvingsloos voorbij. Ze laten geen enkel spoor achter, waar je later nog eens op terug zou willen kijken. Er gebeurt hier niets dat het geheugen de moeite waard vindt om vast te houden. Zo goed en kwaad als ik kan pas ik me aan.
Er is een vorm van boeddhaschap over me gekomen. Ik maak me nergens meer druk over. Ik moet het hebben afgekeken van de zee. In dit windvrije seizoen houdt ze haar adem in. Op sommige dagen is zo vlak als een pas gepolijste vloer en windt ze zich nergens over op.Hooguit steekt er tegen het vallen van de avond een briesje op dat de bloemblaadjes van de gele vlier waarmee alle wegen op dit eiland zijn afgezet uitstrooit als confetti.Ik weet me bevoorrecht hier te zijn en breng de zee elke dag een dankoffer. Bijna vergetend dat ik een Zelf heb met allerlei wensen, vegeteer naar hartenlust met haar mee.
Laat ik maar meteen bekennen, een systematisch mens ben ik nooit geweest. Maar vroeger maakte ik van tijd tot tijd nog wel eens een aantekening. Een speciale gedachte, een bijzondere ingeving, een aparte ontmoeting, gebeurtenis…Om later misschien nog eens tevoorschijn te halen al komt dat er zelden van. Van geheugensteuntjes heb ik trouwens zelden gebruik gemaakt.
Alles stroomt, dacht ik vanaf mijn vroegste jeugd met Heraclitus mee. En zelf stromen we ook mee. Waarom dan proberen iets vast te houden…Ik heb lange tijd zelfs een aversie gehad tegen fotografie.Wilde de voorbijglijdende tijd op geen enkele manier vasthouden. Mischien ben ik daarin wat toegeeflijker geworden. Maar sinds ik op dit eiland ben, blijft mijn aantekenboekje met daarin sowieso maar weinig neerslag, volkomen leeg. Er is niets dat belangrijk genoeg om op te tekenen
En toch…Terwijl ik dit schrijf denk ik meteen aan Thales. Voor deze oude Griekse filosoof, was water de oerstof waar alles uit voortkwam. Echt niet zo gek voor iemand die de zee en alles wat ze aan haar kracht in haar had, constant rondom zich heen zag. Net als ik hier… En wat kunnen wij mensjes anders dan de natuur die op ons afspringt tot voorbeeld te nemen om er vervolgens enkele gedachtespinsels uit af te leiden…
Alles is bezield, riep die man uit Milete 2500 jaar geleden uit. Een pracht van een uitspraak die de eeuwen heeft getrotseerd. Want welbeschouwd zijn wij sinds die tijd ook niet veel verder gekomen. We hebben namen aan die bezieling gegeven, zwaartekracht, elektromagnetische kracht en nog een paar andere. Vier in totaal. Ze worden als oorzaak gezien voor alles wat we in dit universum aan bewegingen waarnemen.
En kijk eens aan, sinds we ze hebben uitgevonden doen we ons best die verschillende krachten te herleiden tot een enkel eenheidsprincipe. Voorlopig lukt dat nog niet. Maar zelfs als we er op een dag in slagen weten we nog steeds niet meer dan Thales: alles is bezield…Waarom en waarmee blijft het grote raadsel.
Ondertussen, prijs ik me gelukkig dat er nog eilanden zijn. Hersteloorden, zo noem ik ze. Om even te schuilen, om zichzelf, de contouren van de eigen ziel, terug te vinden. Plekken waar al de pocherige retoriek die over de wereld wordt uitgestort wat wordt afgezwakt zodat je jezelf weer wat beter kunt horen.Even luisteren naar al die endogene fluisterstemmen in je eigen binnenste, die normaalgesproken zo gemakkelijk overschreeuwd worden.
Je echt buiten het ritme van de wereld begeven kan op de dag van vandaag niet meer. Vermeer kon zich zonder gewetenswroeging overgeven aan het schilderen van de dienstbodes van de gegoede burgerij. Hij liet zich niet van de wijs brengen door alle slachtingen om hem heen en hoefde daar geen mening over te hebben.
En ook Gaugain kon zich in zijn dagen nog midden in de Stille Oceaan neerzetten op een exotisch strand. Zich overgeven aan de wind en het water van een eilandenwereld, waarin de stemmen van het oude continent niet meer doordrongen.
Hij kon zich laten wegdrijven op de illusie van het artistieke luchtledige en de geur van de verf die hij op zijn doeken zo kleurrijk tegen elkaar aanwreef. En op het natuurlijke parfum van de drie inlandse vrouwen met wie hij zij leven deelde. Voor mij, precies een hele eeuw later geboren, is zoiets niet meer mogelijk.Want inmiddels is de aarde gekrompen en zijn ook de verste meridianen ingelijfd door het digitale wereldrijk. De aarde is nou echt helemaal van ons. We hebben haar volledig in bezit genomen, volkomen onderworpen.
Laat hier alle schuldgevoel maar gerust achterwege. Wij mensen zijn de legitieme eigenaar zoals ons dat in Genesis al werd beloofd. Simpelweg omdat er niemand is om ons dat te betwisten. De Orangoetang die evolutionair misschien nog de meeste rechten had en ook de rest van de natuur, hebben het allang opgegeven. Om het toch nog spannend te houden twisten we nu allen nog maar wat onder elkaar.
Wat hebben we er niet voor over gehad die wereld te bezetten, te onderwerpen, in te krimpen zodat alles binnen luttele uren bereikbaar is. Hoe blij waren we niet met vliegtuigen, eerst de propeller en daarna de straalmotor, die alles zo dichtbij bracht. In 24 uur de wereld rond en over niet al te lange tijd nog veel sneller. En nu…? Vluchtculturen zijn er niet meer…
Maar godzijdank zijn er nog eilanden. Ik ga ze niet meer zoeken op verre lengte- en breedtegraden. Ik stel me tevreden met een eiland als Koh Chang in de Golf van Siam, niet meer dan enkele zeemijlen uit de kust.
Op dagen dat de zee braaf afligt, doet de ferryboot er minder dan een half uur over. Maar die smalle strook zee fungeert als een geluidwal.Hier op deze klont aarde in de Golf van Siam, wordt het rumoer van de wereld flink afgezwakt. Als je jezelf voldoende tijd geeft, hoor je het nauwelijks nog. De dwaasheid en tragiek die de mensen over de wereld uitstorten, dringt niet meer door.
Als je je ervoor openstelt, vang je het gesprek op dat de zee met je voert. De getijden komen en gaan zoals ze dat al sinds de eerste scheppingsdag doen en knagen gedachteloos aan het strand. Precies zoals de tijd aan de eeuwigheid knabbelt, zonder plan, zonder vooringenomenheid, zonder wensen. Ze laat alles toe, accepteert alles, maakt overal ruimte voor, neem alles op.
Om in balans te blijven, om in geestelijk evenwicht te blijven, om de hypochondrie die deze tijd in je bloedbaan spuwt de baas te blijven, is het goed om van tijd tot tijd een gesprek te voeren met de zee. Om met het lawaai van de wereld ook alle angst van zich af te werpen.Want zelfs wanneer deze wereld besluit er niet langer te willen zijn en de atomen vlam laat vatten, zal de zee een nieuwe wereld baren. In die eeuwigheid sluit ik me op en voel me daar thuis.
Vroeg in de ochtend, nog voordat de zon boven de bergen uitkruipt en de sterren een voor een dooft, begeef ik me naar die volmaakte curve van een baai en laat me door de zee omarmen. Later komen de Russen, de bevoorechten, zij die het zich hebben kunnen permitteren om de oorlog te ontwijken. Ze verzamelen zich rond het zwembad, zien er vredelievend uit.
Op het dode middaguur als de zon in het lood staat en de straathonden kwijlend wegkruipen in de diepste schaduwen, zet ik me soms neer bij de kunstschilder. Een magere lange Thaise man met Chinees bloed in zijn aderen, zoals zovelen op dit eiland. Met een paar lange, rafelige baardharen, die Chinezen zo graag kweken, houdt hij zijn voorvaderen in ere. Hij heeft het silhouet van een Toeareg.
Onder een afdak van golfplaten drijft zijn vrouw een restaurant met hem in de bediening. Tussendoor zet hij zich achter zijn ezel om zijn luim van de dag op doek neer te laten.Overal onder het afdak waar wind en verdwaalde regendruppels vrij toegang hebben, hangen zijn schilderijen.
Vissersboten in een haventje, een sloep op het strand, Picasso-achtige muzikanten met gefragmenteerde gezichten, inheemse vrouwen staande op een onzichtbaar strand tegen de achtergrond van een naburig eiland met een bloem in het haar.
Of hij ooit iets verkoopt weet ik niet. Nooit heb ik enige klant gezien die belangstelling toonde voor zijn doeken waarvan de kleuren hier en daar al bleker worden. Het schijnt de man niets te doen.Praten doet hij praktisch niet. Het enige dat ik van hem weet is dat hij op dit eiland is geboren en getogen. En dat hij Gaugain kent, zoals hij me heeft verteld toen ik het hem vroeg.
Waarschijnlijk heeft hij, luisterend naar de stemmen van de zee, het boeddhaschap reeds jaren geleden bereikt en dringen er geen geluiden van buiten meer tot hem door.
Geef een reactie