De Israëlische vergeldingsactie tegen Iran was een kunststuk. In drie aanvalsgolven schakelden de Israëlische luchtmacht in de nacht van vrijdag op zaterdag vitale delen van de Iraanse luchtafweer uit en beschadigde het een aantal wapenfabrieken, sommige zwaar. Het was niet de grote slag die de regio nog dichterbij de grote oorlog had gebracht. De nucleaire installaties en de olie-industrie bleven buiten schot. Maar de boodschap was onmiskenbaar: als het moet, zullen we jullie ook daar treffen.

De aanval was een vergelding voor de Iraanse aanval van 1 oktober, toen de ayatollahs 180 raketten op Israel afvuurden. Die aanval was weer een reactie op de liquidatie van Teherans belangrijkste satraap, Hezbollah-leider Hassan Nasrallah, en Hamas-leider Ismail Haniyeh. De laatste werd nota bene in Teheran vermoord waar hij de gast was van de Iraanse regering. Dat was de ultieme vernedering en die moest gewroken worden. Iedereen vreesde dat de aanval van 1 oktober die weinig schade aanrichtte, een kettingreactie in gang zou zetten, die volledig uit de hand kon lopen. Washington drong er derhalve bij Jeruzalem op aan niet te overdrijven.

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu luistert doorgaans selectief naar president Joe Biden. Maar dit keer had hij gehoor gegeven aan diens oproep. Vooral omdat het hem goed uitkwam en hij al op voorhand werd beloond. De president stuurde een batterij van het meest geavanceerde raketafweersysteem naar Israel, inclusief 100 man die de installatie bedienen. Dat was een signaal aan Teheran dat de VS klaar stond om Israel bij een volgende Iraanse actie te verdedigen.

De ayatollahs hebben het risico van verdere escalatie ongetwijfeld onderkend. En het ziet er naar uit dat ze voorlopig pas op de plaats willen maken. De reactie op de Israëlische aanval was voor hun doen gematigd. De schade werd gerelativeerd. Er waren maar vier soldaten omgekomen. De vergelding zou zeker komen, maar op een door hen uitgekozen moment. Gezichtsverlies moet gewroken worden, maar niet nu en niet tegen een te hoge prijs, dwz een mogelijke confrontatie met de VS.

De ayatollahs laten hun kastanjes bij voorkeur uit het vuur halen door hun satrapen in de ‘as van verzet’. Hezbollah, Hamas, de Houthi-rebellen in Jemen en milities in Syrië en Irak,  zijn de manschappen die zij de vuurlinie in sturen. Ze vormen het schild waarachter hun geldschieter en regisseur zijn plannen uitbroedt. Die plannen behelzen sinds mensenheugenis de hegemonie in de regio en sinds de Islamitische Revolutie van 1979 de vernietiging van de ‘zionistische entiteit’, alias de ‘kleine satan’. (De ‘grote satan’ is de VS).

Dat zijn projecten van de zeer lange adem en hoogstwaarschijnlijk te hoog gegrepen. De hegemonie zullen de Arabische staten met voorop Saoedi Arabië en met steun van de VS willen voorkomen. En de vernietiging van Israel zal vermoedelijk heel lang, zo niet voor altijd op de planningslijst blijven staan. Voor de korte termijn ziet het er voor de ayatollahs evenmin rooskleurig uit. Israel is bezig Hamas en Hezbollah uit te schakelen, – niet definitief, dat is onmogelijk, maar in elk geval voor de eerstkomende jaren. De milities in Syrië en Irak zijn geschikt voor het uitdelen van speldenprikken, maar niet voor het serieuze werk. De Houthi-rebellen zijn nu de belangrijkste satraap.

De Houthi’s zijn nu al een bedreiging voor de scheepvaart in en rond de  Rode Zee en zouden hun activiteiten op aandringen van de ayatollahs kunnen opvoeren. De Amerikanen hebben gedreigd de arsenalen van de Houthi’s aan te vallen, maar de rebellen blijven hun raketten afvuren. Volgens de Amerikaanse krant the Wall Street Journal voorziet Rusland de Houthi’s van informatie over mogelijke doelen. Uitschakelen van de Houthi’s is wenselijk en militair mogelijk, maar kan zeer ongewenste consequenties hebben.

Als de ayatollahs ook deze pion van het bord zien verdwijnen, zouden ze tot drastische maatregelen kunnen overgaan. Ze zouden de Straat van Hormuz kunnen afsluiten.  Door deze zee-engte gaat ongeveer 20 procent van de wereldwijde olie-productie en daarmee is ze een ‘slagader van de wereldeconomie’. Als ze daar daadwerkelijk toe zouden overgaan, ontketenen ze een mondiale economische recessie. Dat is met twee oorlogen, – in het Midden- Oosten en Oekraïne -, en China’s bedreiging van Taiwan, het recept voor het verder oplopen van de spanningen. Voor de ayatollahs zelf zou het neerkomen op het trekken van de noodrem, waarbij ook de eigen economie van de rails dreigt te lopen. Sluiting van de Straat van Hormuz zou ze naar schatting minstens 1 miljard dollar per dag kosten.

Een blik op de situatie in eigen land zal ze vermoedelijk weerhouden van een dermate drastische stap. Het regime is vermoedelijk nog nooit zo impopulair geweest. De economie lijdt al jaren onder sancties en als het westen de duimschroeven verder aandraait, met hogere prijzen en inflatie als gevolg, zal de onrust toenemen.Of dat uitloopt op een opstand en mogelijk zelf een revolutie, zoals hier en daar wordt gesuggereerd, lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk. De ayatollahs en de machtige Revolutionaire Garde hebben de teugels nog te stevig in handen. Dat kan op slag veranderen, als het echt uitdraait op een oorlog met Israel en mogelijk de VS.

Opperleider Ali Khamenei zal Hamas, in stilte natuurlijk, vervloekt hebben. Voor de pogrom van 7 oktober was het evenmin allemaal botertje tot de boom, maar zijn regime stond er beter voor dan nu. Zijn satrapen zijn goeddeels buiten gevecht gesteld, zijn regime is door Israel vernederd. En de bevolking blijft morren. Hij is zeker niet knockout maar hangt wel in de touwen.