Revoluties hebben in sommige kringen nog steeds een positieve reputatie. De Amerikaanse revolutie bracht de wereld de eerste democratie. De Franse verrijkte de wereld met ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ en de Russische revolutie schonk ons de communistische heilstaat. Althans, dat was de theorie. De praktijk was meestal minder rooskleurig.

De historici zijn er nog niet over uit of de Amerikaanse revolutie niet in de eerste plaats een bevrijdingsoorlog was. Het Britse koloniale juk werd afgeschud, maar de – beperkte -democratie was vooral iets voor de elite. Voor de blanke revolutionairen waren de zwarte slaven en inheemse indianen geen volwaardige burgers. Pas na ‘veel bloed, zweet en tranen’ verwierven ze die status in de tweede helft van de vorige eeuw. Vooral op papier, want racisme en discriminatie blijven een moeilijk weg te poetsen schandvlek.

De balans van de Franse revolutie valt evenmin onverdeeld gunstig uit. Het eindigde via de Terreur van Robespierre in de dictatuur van Napoleon en tenslotte de nederlaag bij Waterloo. Je kan ook zeggen dat de revolutie, de reactionaire restauratie na Waterloo en de nasleep het politieke klimaat in Frankrijk jarenlang hebben vergiftigd. Tegenwoordig is de revolutie voornamelijk cultureel erfgoed.

Over de Russische revolutie kunnen we nog korter zijn. Die bracht een van de drie grote massamoordenaars van de vorige eeuw aan de macht. Stalin liet miljoenen mensen uitroeien, meer dan Hitler maar minder dan Mao. Desondanks wordt hij nog steeds door talloze Russen vereerd. Waarschijnlijk gaat het te ver om Vladimir Poetin als zijn opvolger te zien. Zijn strafkampen zijn (nog) niet de Goelag van Stalin en hij laat burgers niet aan de lopende band terechtstellen. Maar hij is wel een klassieke Russische despoot. En ondanks oorlog en dictatuur staat hij er bij de meeste Russen goed op.

De derde man van het verschrikkelijke drietal was niet alleen de grootste massamoordenaar, maar ook de grote gangmaker van wat de ‘culturele revolutie’ is gaan heten. De tien jaar van 1966 tot Mao’s dood in1976 waren van een onvoorstelbare chaos. Om aan de macht te blijven stuurde Mao miljoenen jongeren de straat op om zijn rivalen uit te schakelen. Daarbij verloren naar schatting 3 tot 5 miljoen mensen het leven, uiteraard meestal onschuldig, en volgens China-kenners werkt het trauma 50 jaar later nog steeds door. (Ik kan nooit nalaten te vermelden dat Mao ook in onze polders gloeiende bewonderaars had).

In dit verband is het op zijn minst frappant dat sommige Chinese politici en Amerika-deskundigen in wat Donald Trump aanricht, overeenkomsten zien met Mao’s culturele revolutie. Ook Trump heeft de aanval ingezet op de vrijheid van meningsuiting, stuurde Elon Musk op pad om staatsinstellingen te verwoesten en net als Mao duldt hij geen tegenspraak. Volgens goed despotische traditie heeft hij zich omringd met hielenlikkers en stroopsmeerder en onder zijn fanatieke aanhang heerst er mede dankzij de sociale media een persoonlijkheidscultus.  (In Mao’s tijd bestonden de sociale media niet. Zijn aanhang werd opgehitst met slogans uit zijn rode boekje).

De vergelijking gaat natuurlijk niet helemaal en in sommige opzichten helemaal niet op. In Mao’s China was er geen democratie om te verwoesten. Dat was al gebeurd toen hij na een burgeroorlog in 1949 de macht veroverde. Daarnaast was China tijdens Mao vrijwel volledig geïsoleerd en stond hij met zijn enige bondgenoot, de Sovjet Unie, nog net niet op voet van oorlog. Maar het grootste verschil betreft de economie. Het China van Mao lag ver afgeslagen in de economische achterhoede en wie voorspelde dat het binnen twee generaties de grootste economische en politieke rivaal van de VS zou worden, was vermoedelijk voor gek verklaard.

We kunnen ervan uitgaan dat de Chinezen de Trump-revolutie met grote belangstelling gade slaan en vooral kansen zien. De Amerikaanse president is bezig de door zijn voorgangers gecreëerde ‘wereldorde’ te slopen. De Amerikanen zagen zich graag als een voorbeeldige grootmacht, in de woorden van president Ronald Reagan ‘de stralende stad op de heuvel’. Dat zelfbeeld klopte natuurlijk lang niet altijd, maar voldoende om er in te geloven. Dat is nu voorbij, zoals de bondgenoten ervaren. America First betekent dat ze kunnen barsten. Voor Trump zijn ze uitvreters die te lang van de gulle Amerikaanse naïviteit hebben geprofiteerd.

Dat dit zou gebeuren, had de Chinese dictator Xi Jinping vermoedelijk niet eens durven dromen. Dankzij Trump kan Xi zich presenteren als de stem van de redelijkheid, de voorvechter van een vrije wereldhandel en de banden aanhalen met de rest van de wereld, de ‘opkomende landen’ (voorheen de Derde Wereld), maar ook de EU. Xi’s lang gekoesterde wens dat zijn rijk zijn rechtmatige positie als middelpunt van het universum weer inneemt, lijkt een grote stap dichterbij te komen. In Taiwan dat Xi graag als eerste stap wil inlijven, zullen ze niet rustig slapen. Want dat Trump hen bij een Chinese aanval zal verdedigen, is hoogst onzeker.

Natuurlijk, zover hoeft het niet te komen. De VS is nog altijd een democratie en de Trump-revolutie kan mislukken voordat ze onherstelbare schade aanricht. Als de economie wegzakt in een recessie en de aanhang hard wordt geraakt in de portemonnee, zal America First veel van zijn glans verliezen. De voortekenen worden al zichtbaar in de massademonstraties van het afgelopen weekend. Eind volgend jaar vinden de tussentijdse verkiezingen voor het Congress plaats en die zijn doorgaans tevens een referendum over de president. En het zou mij als sceptische optimist niet verbazen, wanneer dan het doek valt voor de Trump-revolutie.