De laatste drie kabinetsformaties in Nederland duurden lang, heel erg lang. De voorlaatste spande de kroon met 299 dagen (Rutte IV), maar de twee anderen waren ook niet mis. Het kostte 225 dagen voor Rutte III het bordes bij de koning kon betreden, terwijl de formatie van Schoof I 223 dagen in beslag nam. Reden tot zorgelijkheid, zou je zeggen.

Toch is dat allemaal niks vergeleken bij de zuiderburen. België houdt het wereldrecord formeren met 541 dagen onbedreigd in handen en een formatie van bijna 500 dagen kwam er ook al voor. Of de huidige regeringsvorming het record gaat breken is nog niet duidelijk, maar het gaat de verkeerde kant op. Op 9 juni vorig jaar vonden er in het land nationale verkiezingen plaats en die hebben nog steeds niet geleid tot een kabinet. Integendeel zelfs: het ziet er vrij hopeloos uit.

Het belangrijkste probleem is natuurlijk dat België helemaal niet bestaat. Of zoals de socialist Jules Destrée meer dan 100 jaar geleden al schreef in een open brief aan de (toenmalige) Belgische koning Albert I: ‘Er zijn geen Belgen, Sire. België is een politieke staat, vrucht van de diplomatie. Het werd kunstmatig samengesteld, het heeft géén nationaliteit. Welk een tegenstelling tussen Vlaanderen en Wallonië!’

Destrée schreef de vorst in het Frans, een taal die Albert tenminste kon begrijpen. De tegenwoordige koning Filip spreekt nog steeds Frans, al zal hij niet durven toegeven dat hij het Nederlands niet beheerst. Vlaanderen is groter dan Wallonië, of het heeft in elk geval meer inwoners. Politiek gezien is het dan ook machtiger.

De Belgische formateur is een rasechte Vlaming, namelijk Bart De Wever, in het dagelijks leven burgemeester van Antwerpen. De Wever is niet alleen een geboren en getogen Vlaming, hij is ook leider (voorzitter heet dat daar) van de conservatieve Nieuw-Vlaamse Alliantie, de N-VA. Die partij is weliswaar wat minder extreem dan het Vlaams Belang, maar veel scheelt het niet. Ze werd bij de laatste verkiezingen nipt de grootste partij.

De N-VA is in beginsel voor een splitsing van België in Vlaanderen en Wallonië. Daarmee zullen de Walen nooit akkoord gaan en ze hebben een sterke troef in handen, Brussel. De Belgische hoofdstad ligt formeel in Vlaanderen, maar ze is zo goed als geheel verfranst. Vrijwel de hele bevolking is er Franstalig.

De Wever en zijn maatjes durven Brussel niet los te laten en kiezen daarom voor het ‘confederalisme’. Dat houdt in dat de beide landsdelen volledig hun eigen broek ophouden, met eigen financiën, sociale zekerheid etc. In feite zelfstandig worden, met andere woorden. Wallonië, dat qua geld afhankelijk is van Vlaanderen, zal dat ten koste van alles proberen tegen te houden.

Intussen is De Wever al bijna vanaf de verkiezingen (van vorig jaar juni!) formateur van de nieuwe Belgische regering. Met frisse tegenzin, mogen we aannemen. Want hij staat voor een onmogelijke opdracht. Aan de belangrijkste eis van zijn eigen partij, het confederalisme, kan hij niet voldoen. Absoluut niet zelfs. Als hij er al in slaagt een kabinet in elkaar te sleutelen zal dat er een zijn waarin ook de Walen en de socialisten vertegenwoordigd zijn. Het is alsof je in Nederland een regering kunt vormen waarvan zowel de PVV als GroenLinks-PvdA deel uit maakt.